Indien je een TV en/of een PC hebt is de kans groot dat je minimaal één LCD-beeldscherm in huis hebt. LCD staat voor Liquid Crystal Display: een scherm met vloeibare kristallen.
Piepkleine pixels
Het platte scherm van een LCD- display bestaat uit een raster van duizenden pixels: kleine vierkante puntjes in verschillende kleuren die kunnen oplichten of uitdoven. Bij een LCD-scherm is elke pixel opgebouwd uit drie subpixels: een voor elke basiskleur (rood, geel en blauw). De subpixels bestaan uit gedraaide moleculen van een bepaald soort kristal die ingesloten zijn tussen twee glasplaatjes. Deze moleculen kunnen onder elektrische spanning van vorm veranderen.
Kleuren weergeven
Als je een film afspeelt, dan komt elke pixel van het scherm onder een bepaalde spanning te staan. De kristallen in de subpixels veranderen van vorm. Daarbij veranderen ze de golfbeweging van het licht, dat vanaf de achterkant door het scherm heen schijnt. Dit witte licht verandert op die manier van kleur. Door het draaien van de drie soorten subpixels kan elke gewenste kleur bereikt worden: elke kleur bestaat immers uit een mengsel van rood, geel en blauw. De verandering van kleur treedt heel snel op, zodat een LCD-scherm in staat is een groot aantal beelden per seconde te tonen.